Al mijn werk, of het nu schilderkunst, video of performance is, was altijd al gewijd aan de natuur, meer bepaald aan het verlangen naar een diepere ontmoeting van ziel tot ziel.
Het is als een uitgestoken hand naar die andere die zo verschillend en toch zo verwant is, teneinde als het ware een erotische toenadering te zoeken. In hoeverre bestaat de mogelijkheid om zich te verbinden of zelfs te versmelten?
In mijn recente schilderijen streef ik ernaar deze thematiek uit te diepen door uit te gaan van de idee van energie. Alles in de natuur is kracht. Ik definieer deze universele energie als een kracht van aantrekking of beter nog van sympathie die Plotinus benoemt als eros.
Zelfs dat wat massief, immobiel, passief lijkt, wordt getransformeerd in kracht door de ontmoeting met wat vloeibaar, onvatbaar, in permanente beweging is. Dank zij hun communicatie worden zij opgenomen in dezelfde stroom van het leven en nemen eraan deel. De spanning tussen de standvastige geometrische vorm aan de ene kant en de dynamische organische vormen aan de andere kant wordt zo de hartstocht van de versmelting.
Een beetje zoals in een bergrivier die zich naar beneden stort, waar de stroom van het water en de weerstand van de rots elkaar wederzijds bevatten. Hardheid en vloeibaarheid streven ernaar in eenheid te verglijden. Het is dezelfde idee die kan gevonden worden in oude wijsheden zoals de Hindoeïstische Veda’s of de Chinese Tao. De interactie en het samenvloeien van de twee primaire ademtochten, prajna en upaya of yin en yang, van het vrouwelijke en het mannelijke, bezielen het hele universum.
Mijn recente schilderijen kunnen zo in het teken geplaatst worden van dit mooie woord van Hildegard von Bingen: ‘Alles wat leeft, heeft een oerdrift naar liefhebbende omarming’.
KATHELIJNE ADRIAENSEN